Objecten worden consistent gestructureerd en voorzien van een logische naamgeving. Door objecten een logische en leesbare naam te geven is het model beter lees- en begrijpbaar. Zoeken en filteren op objecten in een model met zeer veel objecten wordt hierdoor makkelijker. Binnen de infrasector zijn mensen nog altijd een belangrijke schakel in de communicatie. Het is dus belangrijk dat mensen begrijpen wat er in een model is opgenomen. Op deze manier kunnen computer en mensen goed samenwerken. Dit geld nog meer als je met uittrekstaten uit een model werkt. In dit geval is het visuele object niet meer aanwezig. Een duidelijke naamgeving ondersteunt hierbij de begrijpbaarheid van de uittrekstaat. Het toepassen van een logische naam is in vrijwel alle modelleerpakketten eenvoudig te doen. Zo voorkom je namen in een model zoals “Solid1, Solid2, etc..” Gaat het bijvoorbeeld om een poer, zet dan tenminste “poer” in de naam. Zo is het dit onderdeel van het model bij o.a. stukslijsten direct te herkennen. Je belangrijkste doel is dingen voorzien van een zinvolle (logische) naam, voor de herkenbaarheid en begrijpelijkheid. Het is namelijk prettig wanneer je direct aan een naam kunt zien over wat voor een object of element het gaat. Voorbeeld 13.5 Naamgeving (Objecten/Elementen)
Tip: maak gebruik van een uniform scheidingsteken.
Voorbeeld: (underscore)_Doel
Toelichting
Toepassing
Optioneel kun je hier nog uitgebreider mee omgaan, door metadata (informatie die als element-eigenschap wordt meegenomen) mee te nemen in de naamgeving. Zo kun je bijvoorbeeld een typenummer of locatiecode in de naam meenemen.
Gebruik bijvoorbeeld “Poer_As_A-3”. Daarmee geef je niet alleen aan dat dit een Poer betreft, maar ook dat deze zich op het snijpunt tussen as A en as 3 bevindt. Maar als de gebruikte software het toestaat adviseren wij informatie omtrent locatie e.d. (zoals As A-3) zoveel mogelijk in de metadata op te nemen, en niet in de naam van het element.