Voor de beheerder van rioolwaterzuiveringsinstallaties biedt de puntenwolk context voor samenwerking in de beheer- en onderhoudsfase, als onderdeel van het asset informatiemodel voor beheer & onderhoud . Hij maakt archiefstukken en onderhoudsinformatie vindbaar en dient als controle van as-built gegevens voor volledigheid en juistheid.
Assetbeheerder
Voor de assetbeheerder bieden puntenwolken een kans om snel en efficiënt stappen te zetten naar een werkwijze rond een 3D-model van zijn bestaande assets. Omdat diverse assetbeheerders, zoals waterschappen, zelf geen 3D-modellen maken, is een werkmethodiek op basis van puntenwolkgegevens een goede manier om relatief snel en eenvoudig te komen tot een relatief volledig en actueel te houden 3D-assetinformatiemodel.
De puntenwolken worden beheerd en ontsloten vanuit een webviewer zodat iedereen op kantoor of op locatie samen hetzelfde beeld heeft van de asset. Diverse gegevens van de asset kunnen worden gekoppeld aan een locatie in de puntenwolk, denk bijvoorbeeld aan archieftekeningen of gegevens uit het onderhoudsbeheersysteem. Ook kan de 3D geometrie die wordt gemaakt op projecten (ontwerp- & as-built) worden vergeleken met de gemeten situatie. Voor het koppelen van gegevens wordt een coderingssystematiek toegepast. Ieder relevant onderdeel van de asset krijgt zowel fysiek in het veld én digitaal dezelfde code mee. Zie figuur 1.
De uitwisseling van puntenwolkgegevens vindt plaats volgens een vast proces. Vanuit de assetbeheerder komt de vraag om de asset in beeld te brengen. De marktpartij plant met de beheerder op locatie het werk in, voert de scan uit, en draagt zorg voor het nabewerken van de pointcloud (registratie, opschonen, etc.). Hierna wordt de pointcloud geleverd en geüpload in de pointcloudbeheersomgeving van het waterschap in E57 omdat dit formaat momenteel nodig is voor de webviewer. Bij levering van eventuele as-built gegevens uit projecten wordt de pointcloud gebruikt voor controle van juistheid en volledigheid van de 3D-modellen. De BIM-coördinator van de assetbeheerder voorziet de pointcloud van ‘3D boundig boxes’ inclusief tag-codering. Zo wordt de nodige koppeling gelegd tussen een object en zijn locatie. De tag-codering is vervolgens een sleutel om via de puntenwolk omgeving in diverse achterliggende applicaties assetinformatie te kunnen benaderen. Collega’s binnen de assetbeheerder hebben toegang vanuit de webviewer én vice versa kan in het onderhoudsbeheersysteem bij items met een tag-code direct de locatie worden ingezien.
Hieronder staat een voorbeeld van hoe door de beheerder van rioolwaterzuiveringsinstallaties de Basis ILS Puntenwolk specifiek is gemaakt voor toepassing.
Tegel Basis ILS Puntenwolk | Afspraak in het praktijkvoorbeeld | |
2.1 Projectlocatie | Gehele terrein binnen het hekwerk. | |
2.2. Tijdens inwinnen | Toegang en veiligheid spelen een rol op de locatie, die dient te worden afgestemd met de zuiveringsbeheerder. Bij inplannen werk met zuiveringsbeheerder afspreken dat er zo min mogelijk slibtransporten plaats vinden op die dag. | |
3.1 Tools Uitvragende partij | Organisatie werkt met enkel AEC collectie: • Modelleer- & tekenpakket: AutoCAD; Civil3D; Inventor; Revit; Plant3D • Analyse- & Presentatie tools: Autodesk Recap (houdt rekening met beperkte hardware); Cintoo Cloud • Puntenwolkbeheer & ontsluiting: Cintoo Cloud | |
3.2 Type informatieproducten | Foto’s te maken bij opnemen puntenwolken, waarbij 90% van de Resopal plaatjes leesbaar in beeld moet worden gebracht zodat de BIM Coördinator vanuit de P&ID met vertrouwen codering kan toekennen bij gebruik puntenwolk in beheerfase. | |
3.3 Kwaliteits-rapportage bij puntenwolk | De inwinnende partij biedt bij de geleverde puntenwolk en afgeleide informatieproducten een kwaliteitsrapportage waarin omschreven wordt; • Wat het doel van de ingewonnen puntenwolk is • Hoe het product tot stand is gekomen (omschrijving proces en gebruikte middelen) • Wat de kwaliteitskenmerken van het product zijn (bewijs van voldoen aan óf vermelden van afwijkingen op deze basis afspraken) • Welke beperkingen aan het gebruik gelden (zoals beperkte nauwkeurigheid) • Hoe kwaliteitscontrole is uitgevoerd (zoals doorsneden, tweede metingen ter verificatie) Hierbij sluiten het detailniveau en de diepgang van de kwaliteitsrapportage aan bij beoogd (her)gebruik doelen en dient de BIM Coördinator Asset Beheerder de geleverde gegevens te controleren, met oog op gebruik in het Asset Informatiemodel (aanvullend aan enkel de projecttoepassing). | |
4.1 Uitwissel-formaat | • Dient aangeleverd te worden in e57 formaat t.b.v. beheer in Cintoo Cloud • Dient in RCP aangeleverd te worden t.b.v. gebruik onderlegger in Revit, Navisworks, Autodesk Construction Cloud (upload via Autodesk Desktop Connector) | |
4.2 Bestandsnaam | Bestandsnaam dient opgebouwd te starten met de locatiecode. Aanvullend dient de inhoud van het bestand te worden omschreven. Bijvoorbeeld: NW-027-00001-Nabezinktanks-RDNAP, of NW-027-00001-Nabezinktanks-lokaal, of NW-027-00001-Terrein | |
4.3 Coördinatenstelsel | • Dient altijd op RD NAP geleverd te worden • Dient aanvullend in lokaal stelsel geleverd te worden wanneer hier behoefte naar is vanuit een modellerende (markt)partij | |
4.4 Vast Meetpunt | Vaste meetpunten worden afgestemd met de 3D Coördinator assetbeheerder en handmatig vastgelegd in hulpbestanden voor coördinatie. | |
4.5 Relatieve Nauwkeurigheid | • Binnenruimten en alle objecten binnen: x, y, z 2cm • Harde oppervlakten buiten: x, y, z 3cm (Denk aan: installaties, dak bouwwerk, verharding, constructies) • Buitenruimten (overige, zachte oppervlakten): x, y, z 4cm | |
4.6 Absolute Nauwkeurigheid | Vergelijkbaar met GNSS | |
4.7 Resolutie | < 5mm onderlinge puntafstand | |
4.8 Plakdikte | < 15mm | |
4.9 Dekking | Dekkend voor geheel het zuiveringsterrein, met uitzondering: • Reflecterende wateroppervlakten • Begroeiing Opname dient dusdanig dekkend te zijn dat Resopal plaatjes met TAG-codering op installatiedelen zichtbaar zijn ten behoeve van nabewerking in het Asset Informatiemodel van de Assetbeheerder. Is dit tijdens het scannen praktisch niet goed mogelijk, dan dient inmetende partij de locatie van alle overige objecten met TAG-codering aan te geven op een eenduidige wijze (lay-out tekening óf middels foto’s met geo-referentie). | |
4.10 Kleur of Zwart-wit | Dient RGB ingekleurd te zijn. | |
4.11(On)gestructureerd | Dient gestructureerd te zijn ten behoeve kunnen opslaan en ontsluiten in de webviewer. | |
4.12 Classificatie | n.v.t. | |
4.13 Opschonen | Overbodige punten buiten het afgesproken terrein verwijderen. | |
4.14 Opdelen of beperken bestandsomvang | Op te delen tot bestanden van maximaal 1 GB per stuk. |