Door publicaties in een ‘open standaard’ maken we het toepassen van de ILS O&E in verschillende tools en software mogelijk.
Tijdens de ontwikkeling van de ILS O&E bleek het gemak van informatie-uitwisseling en tegelijk het bewaken van de richtlijn essentieel. Om dit te doen hebben verschillende toepassingen ieder hun eigen voor- en nadelen. Fijn aan Microsoft Excel is dat vrijwel iedereen bestanden kan openen, maar het invullen van spreadsheets is tijdrovend. En belangrijker: het biedt weinig houvast voor een goede standaardoverdracht, omdat iedereen regels of kolommen kan toevoegen.
Verschillende alternatieven voor Excel vonden we ontoereikend en lieten we links liggen. Denk aan databases, die wel de mogelijkheid bieden om structuur en standaarden vast te leggen en kennis makkelijk te hergebruiken. Maar die ook tijdrovend zijn om te beheren, waardoor eindgebruikers er misschien niet mee geholpen zijn.
We wilden toe naar schaalbaarheid en eenvoudig beheer. Een situatie waarin aanvullingen weinig moeite kosten. En waarin we afspraken maken over een eenduidige taal om onze kennis vast te leggen.
Daarom ontwikkelde de ILS O&E zich in één stap van een veelgebruikte Excelsheet naar een systeem van linked data. We hanteren een nationale standaard (NEN 2660) voor het vastleggen van gebouwinformatie. Zo brengen we structuur aan in de ILS O&E. En kunnen we bijvoorbeeld eigenschappen en informatie hergebruiken en apart beheren. Dit scheelt tijd in beheer. En zorgt dat verschillende externe systemen onze informatie kunnen raadplegen. Voor jou als eindgebruiker betekent dit dat je op een nog slimmere manier de inhoud van de ILS O&E kunt toepassen. Kies je bijvoorbeeld om te toetsen op firerating, dan kun je daarop filteren en zie je in één oogopslag op welke objecten dit van toepassing is.
Wil je weten wat er nieuw is in de laatste versie van de ILS O&E? Lees dan de release notes van de versie die je gebruikt. Daarin leggen we uit wat de verschillen zijn met de vorige versie.