In zowel de DNR als de UAV-GC wordt bepaald dat documenten die in het kader van het project aan de Opdrachtgever worden verstrekt, het eigendom worden van de Opdrachtgever. Daarbij maakt het niet uit of het gaat om analoge of digitale documenten of informatiecontainers. Wanneer de Opdrachtgever een ILS bij het contract voegt, weet iedereen vooraf wat er moet worden geleverd. Als de Opdrachtgever native bestanden vraagt, kan een potentiële Opdrachtnemer vóór het sluiten van het contract besluiten of hij de opdracht wil accepteren of niet..
Eigenlijk is deze clausule niet nodig, maar is toch opgenomen omdat er veel misverstanden zijn rond vermeende Intellectuele Eigendomsrechten op 3D- en datamodellen op grond van de Auteurswet. Evelien Bruggeman betoogt in haar boek “Juridische aspecten van werken met BIM”:
“Het is belangrijk om te benadrukken dat de auteursrechtelijke bescherming van het werk van de architect niet rust op het BIM-model, maar op het ontwerp; het creatieve idee met het oorspronkelijke karakter dat in dat model is neergelegd of vastgelegd, Het ontwerp is opgeslagen in het BIM-model en daardoor gemakkelijker toegankelijk en deelbaar dan het geval is bij een papieren ontwerp, maar het model is niet op zichzelf het onderwerp van de bescherming van het auteursrecht. Het model is te vergelijken met het papier waarop een 2D-tekening van het ontwerp is vastgelegd. Net als het papier waarop de 2D tekening is weergegeven, draagt het BIM-model zelf geen originaliteit of creativiteit in zich waarop het auteursrecht kan rusten, zoals het geval is bij het ontwerp dat door de 2D tekening of het BIM-model wordt weergegeven. (….) Het BIM-model en de wijze waarop de gegevens daarin zijn gerangschikt, is juist zo weinig mogelijk creatief gedaan en zo veel mogelijk gestandaardiseerd volgens internationale en nationale (NEN) normen. (Bron: Prof.mr.dr. E.M. Bruggeman: Handboek Juridische aspecten van werken met BIM, paragraaf 16.2 ‘Auteursrecht op het ontwerp’ – Instituut voor Bouwrecht, ’s-Gravenhage – 2020)
Hoe om te gaan met het auteursrecht op het originele, creatieve ontwerp van de architect is doorgaans geregeld in het hoofddocument van de Overeenkomst, c.q. in de daarin van toepassing verklaarde algemene voorwaarden zoals de DNR, de UAV of de UAV-GC, en hoort niet thuis in een Informatieprotocol.
Op een (3D) model of datamodel rusten weliswaar geen Intellectuele Eigendomsrechten, wel zou het kunnen zijn dat de datasets in 3D- en datamodellen zijn beschermd op grond van de Databankenwet (Dw) uit 1999. Een BIM of datamodel moet dan worden geïnterpreteerd als zijnde een databank
“Een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch of methodisch geordend en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn en waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering”.
In het kort komt de bescherming van de Dw erop neer, dat de producent van zo’n databank het opvragen en/of (her)gebruiken van de inhoud kan verbieden. Dat wil je natuurlijk niet in het digitale bouw-, beheer- en gebruiksproces, daar wil je juist bevorderen dat data zoveel mogelijk onbelemmerd kunnen stromen. Dit is eenvoudig juridisch op te lossen door projectpartners elkaar licentie te laten verlenen voor het gebruik van de (3D) modellen en data die in het kader van het project worden geproduceerd of ter beschikking gesteld.
In deze clausule 5.3 verleent OG aan ON licentie voor het gebruik van modellen die de OG als referentie- of startinformatie ter beschikking stelt. ON mag de data alleen voor het project gebruiken en niet doorverkopen. Wanneer OG modellen of data ter beschikking stelt waarvoor hij zelf licentie van derden heeft verkregen, verleent hij daarvoor sublicentie aan ON.
In paragraaf 5.4 is de situatie omgekeerd: daar verleent ON aan OG licentie voor het gebruik van de (3D) modellen en data die in het kader van de Overeenkomst worden ontwikkeld.
Op een (3D) model of datamodel rusten weliswaar geen Intellectuele Eigendomsrechten, wel zou het kunnen zijn dat de datasets in 3D- en datamodellen zijn beschermd op grond van de Databankenwet (Dw) uit 1999. Een BIM of datamodel moet dan worden geïnterpreteerd als zijnde een databank
“Een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch of methodisch geordend en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn en waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering”.
In het kort komt de bescherming van de Dw erop neer, dat de producent van zo’n databank het opvragen en/of (her)gebruiken van de inhoud kan verbieden. Dat wil je natuurlijk niet in het digitale bouw-, beheer- en gebruiksproces, daar wil je juist bevorderen dat data zoveel mogelijk onbelemmerd kunnen stromen. Dit is eenvoudig juridisch op te lossen door projectpartners elkaar licentie te laten verlenen voor het gebruik van de (3D) modellen en data die in het kader van het project worden geproduceerd of ter beschikking gesteld.
In deze clausule 5.4 verleent ON aan OG licentie voor het gebruik van modellen die ON op grond van de Overeenkomst, c.q. de ILS aan OG dient te leveren. Er wordt duidelijk afgebakend wat in dit verband onder ‘gebruik’ moet worden verstaan. Het gebruiksrecht is dus (relatief) beperkt, maar daar staat tegenover dat de licentie “onvoorwaardelijk, niet in tijd beperkt, onherroepelijk, niet te beëindigen, overdraagbaar, vergoedingsvrij en niet-exclusief” is. De OG hoeft dus niet extra te betalen voor het gebruik dan de modellen en data, de OG betaalt in feite al voor het produceren van de modellen en data (als onderdeel van de Overeenkomst).
Het komt vaak voor dat ON voor zijn aandeel in het project (3D) modellen en data van derden moet gebruiken, bijvoorbeeld van projectpartners of leveranciers, en waarvoor hij licentie heeft moeten verwerven van die derden. ON verleent voor deze licenties een sublicentie aan OG. Eigenlijk is het wenselijk dat niet alleen OG en de afzonderlijke ON’s contractuele afspraken maken over het gebruiksrecht van (3D) modellen en data, maar dat ook de ON’s (bijvoorbeeld ontwerpteamleden) dat onderling ook doen. In de praktijk gebeurt dat (nog) vrijwel nooit.
In paragraaf 5.3 is de situatie omgekeerd: daar verleent OG aan ON licentie voor het gebruik van de (3) modellen en data die de OG als start- en referentie-informatie ter beschikking stelt aan ON.
In deze clausule wordt een bijzonder gebruiksrecht van (3D) modellen en data nog nader gespecificeerd. Hier wordt gesteld dat OG de (3D) modellen en data die ON levert, eenmalig mag gebruiken voor het (doen) uitvoeren van het ontwerp dat daarin is vervat, zonder dat hij hierbij op enigerlei wijze door ON wordt belemmerd. Dit geldt zelfs voor het geval dat OG en ON onverhoopt met een conflict of door een andere oorzaak voortijdig uit elkaar gaan.
Hier wordt geregeld dat ON, bijvoorbeeld een architect of een D&B-aanbieder, aan de OG toestemming moet verlenen om de (3D) modellen en/of datamodellen te gebruiken om het ontwerp of onderdelen daarvan nog een tweede keer uit te voeren. ON kan daar dan een redelijke vergoeding voor vragen. Het gaat hierbij om het ontwerp als de verschijningsvorm van het unieke samenstel van objecten, nadrukkelijk niet om de individuele objecten of gebruikte bibliotheekelementen. Als vuistregel voor ‘ontwerp’ geldt hier dat het menselijkerwijs uitgesloten moet zijn dat een tweede auteur hetzelfde ontwerp maakt.