Het uitwisselen van objectinformatie in de keten moet beter. Helpt een relatie tussen de NLCS en het Informatiemodel Beheer Openbare Ruimte daarbij? Dit was een van de vragen die aan bod kwam tijdens de workshop van Elisabeth de Vries, Bram Corneliszen en Mark Samwel tijdens de digiGO D-Day.
De doorontwikkeling van de NLCS (Nederlandse CAD Standaard) richt zich onder andere op de vraag ‘Hoe kunnen we object-informatie in de keten gemakkelijker uitwisselen?’ Elisabeth de Vries (productmanager NLCS): “We willen beheerdata effectiever kunnen gebruiken voor projecten, mutaties eenvoudig kunnen leveren aan beheerders en ontwerp- en bouwwerkzaamheden beter automatiseren. De samenwerking met BIM Basis Infra speelt hierbij een belangrijke rol.”
In die samenwerking onderzoeken de beheercommissies van beide standaarden hoe een classificatie, gebaseerd op NLCS-objecten, kan bijdragen aan verbeterde informatie-uitwisseling en automatisering. “En met twee use cases bekijken we hoe de samenwerking uit zou kunnen pakken in de praktijk.”
Bram Corneliszen, informatiemanager bij de provincie Gelderland, ging met een toelichting op use case 1 in op de bestaande, onhandige werkwijze die je nu vaak ziet rondom bouwprojecten: “Gegevens van de bestaande situatie worden beheerd in Geografische Informatie Systemen (GIS), terwijl er in projecten voornamelijk wordt gewerkt met NLCS en CAD. De beheerder brengt vervolgens mutaties weer terug naar GIS. Daarom bekijken we of een koppeling tussen NLCS en het Informatiemodel Beheer Openbare Ruimte helpt, bij het uitwisselen van informatie tussen beheer en project.”
Mark Samwel, programmamanager digitalisering bij VolkerWessels Infrastructuur, vertelde vervolgens meer over use case 2: het optimaliseren van het calculatieproces van het werk. Nu gebeurt dit handmatig. Een tekenaar moet eerst de NLCS-tekening aanpassen door bijvoorbeeld oppervlakken sluitend te maken en ervoor te zorgen dat de tekening geschikt is voor de calculatie. Daarna gaat de calculator handmatig na in de tekening hoeveel werk per object uitgevoerd moet worden. Mark: “Daarom willen we onderzoeken, of het gebruik van een classificatie helpt bij het automatiseren van een deel van het proces: het bepalen van hoeveelheden en aantallen uit de tekening.”