3.7 Objecten voorzien van status

  • Objecten worden consistent voorzien van een status, vastgelegd in metadata/eigenschappen volgens NLCS.
  • Namelijk: nieuw, bestaand, tijdelijk, vervallen en revisie (=as built)

Doel

Door objecten te voorzien van een status wordt het project in tijd begrijpbaar via het model. Dit is een eerste stap naar het basis 4D Planning. Dit maak het voor projectdeelnemers beter begrijpbaar hoe een object zicht door de tijd ontwikkeld.

Toelichting

Door een object een status te geven je weet of een object Nieuw (N), Bestaand (B), Tijdelijk (T) of Vervallen (V) is. Daarnaast kan een reeds uitgevoerd werk ook aangepast worden. Dit zijn de statussen, die omschreven worden in paragraaf 5.1.1 van de NLCS. Het toepassen van de status revisie (R) zien we momenteel als optioneel, omdat het niet altijd voor de hand ligt dat je een al aangeduide status aanpast gedurende het project.

Toepassing

De NLCS omschrijft hoe je de status toevoegt aan de lagenbenaming. Aangezien niet alle BIM-ontwerppakketten werken met lagenstructuren, kun je het kenmerk ‘status’ met metadata aan het object koppelen. Zo kun je filteren op de status en kan duidelijk in beeld worden gebracht wat er met het object gebeuren moet.

Optioneel

Het ontwerp kan ook een bepaalde status hebben, dit noemen wij dan de ‘ontwerpstatus’. Deze kan de volgende waarde hebben: Concept (C), Definitief (D) of Voor Uitvoering (VU).

De ontwikkelingen op het gebied van de ISO 19650 kun je implementeren in de Ontwerpstatus. Op dit moment is dit niet een vereiste als je wilt werken volgens de BIM Basis Infra. Maak bespreekbaar op je project hoe jullie hier mee omgaan.