BIM-vergunningen usecase levert 1e specifieke afspraken op voor digitaal stelsel

De 1e specifieke afspraken voor het afsprakenstelsel DSGO zijn een feit. Deze komen vanuit de usecase ‘Digitaal ondersteund toetsen van vergunningsaanvragen met 3D BIM-modellen’. Mariane ter Veen, projectmanager van DSGO-team Adoptie, legt uit.

Door Mariane ter Veen, projectmanager DSGO-team Adoptie

De D-Days van 15/16 november komen in de buurt, en dat is een mooie gelegenheid om ons even te verdiepen in wat er bij DSGO-adoptie gebeurd is de afgelopen maanden (zie ook het zomerinterview ‘Een kijkje in de keuken van het DSGO Adoptieteam). We hebben namelijk een echte primeur!

Op 27 oktober wordt een nieuwe versie van het afsprakenstelsel DSGO gepubliceerd ter publieke review, met hierin natuurlijk een doorontwikkeling van de generieke afspraken (data uitwisseling, ‘hoe’ deel je data). Maar ook de eerste specifieke afspraken komen dan ter publieke review. Die afspraken komen vanuit het BIM-vergunningen adoptieproject. In dit artikel lees je hoe dit voorstel tot stand is gekomen vanuit de sector.

Wat is de ambitie van het adoptieproject BIM-vergunningen?

Vergunningverlening moet sneller om huizen te bouwen en beter voor de natuur te zorgen. Nu duurt het verkrijgen van een vergunning lang door een arbeidsintensief en laag technologisch proces. Nieuwe manieren om dit proces met 3D BIM-modellen te ondersteunen zijn verkend in verschillende pilots (Totaal3D, VergunningsControleService). Daarmee kan sneller de link gelegd worden tussen de omgeving (geo), het gebouw (BIM) en de relevante regelgeving.

Om dit lonkend perspectief voor heel Nederland te kunnen realiseren, kijken we in het DSGO welke afspraken er nodig zijn om deze BIM-modellen schaalbaar uit te wisselen. We hebben een werkgroep opgericht met ervaringsdeskundige en koplopers uit de sector. De werkgroep bevat projectontwikkelaars (Stebru, Vink Bouw, VORM), gemeentes (Den Haag, Rijssen-Holten, Rotterdam, Utrecht, VNG) en softwarepartijen (BIM Base, Cad&Company, Cadvisual, Future Insights, Kubus, Solibri, en Xinaps). Samen zetten zij de eerste vervolgstappen om digitaal ondersteunde vergunningsverlening mogelijk te maken.

Waar is de afgelopen periode aan gewerkt?

De afgelopen acht maanden zijn mooie stappen gezet in deze werkgroep gericht op de omgevingsvergunningen voor grote (gebouw)projecten: er is beschreven wat de minimale indieningsvereisten van een 3D BIM-model moeten zijn, zodat zo’n model makkelijk digitaal in te lezen is. De werkgroep heeft ervoor gekozen om te werken met 3D BIM-modellen in IFC-formaat, een door buildingSMART International (bSI) ontwikkelde standaard. De indieningsvereisten voor zo’n model worden beschreven in de IDS standaard (ook een bSI standaard). Hier heeft de werkgroep op basis van allerlei al bestaande ervaring uit projecten een minimale set opgesteld van indieningsvereisten voor zo’n model, bijvoorbeeld dat er geo-referentie in moet zitten. Deze minimale set is samengesteld om aan te tonen hoe deze standaarden toepast kunnen worden, en dient als voorbeeld voor verdere implementaties.

De uitkomst van de werkgroep is dat een BIM-model in ieder geval georeferentie, bouwlaagspecificatie en NEN2580 oppervlakken en ruimten moet bevatten, en een benoeming van de gebruikersfunctie en ruimtefunctie. Deze onderdelen zijn essentieel voor bevoegd gezag omdat ze de omvang en het gebruik van een bouwwerk beschrijven, en voor projectontwikkelaars omdat ze inzicht geven in de toekomstige baten. Deze minimale set is door de werkgroep opgesteld, en daarna ter review gedeeld met 50+ BIM-experts uit de sector. Binnen de werkgroep is het opgehaalde commentaar verwerkt, en dit heeft de werkgroep ingediend bij het DSGO-team.

En dit heeft dus geleid tot een voorstel voor concept specifieke afspraken. Wat is het voorstel van de werkgroep en waarom?

Op dit moment worden 3D-BIM-modellen nog heel weinig gebruikt in vergunningverlening. Om vergunningverlening te verbeteren door digitale ondersteuning, zijn afspraken over de data semantiek (‘de wat’) nodig. Bijvoorbeeld: als jij een woonkamer in een IFC-model stopt, hoe weet de gemeente dan dat jij hier een woonkamer bedoelt? Na een uitgebreid proces de afgelopen acht maanden, is deze werkgroep tot een paar conclusies gekomen en deze zitten nu in het voorstel. Concreet stelt deze groep voor om in het DSGO vast te leggen dat:

  • Als een 3D-BIM-model gedeeld wordt binnen het DSGO, dat dit gebeurt met de (op dit moment) meeste recente officiële IFC-versie van buildingSmart (dus: IFC4 ADD2 TC1).
  • Als een partij indieningsvereisten stelt aan een IFC-model, bv een gemeente, dat dit zo veel mogelijk gebeurt via de bSI standaard Information Delivery Specification (IDS).
  • Als een 3D-BIM-model gedeeld wordt binnen het DSGO, in de context van een vergunningsaanvraag voor een gebouw met woonfunctie, moet het BIM-model in ieder geval georeferentie, bouwlaagspecificatie en een aantal NEN2580 ruimte te bevatten: bruto vloeroppervlak (BVO), gebruiksoppervlak (GO) en netto vloeroppervlak (NVO).

De eerste twee, IFC en IDS, zijn beide open standaarden in beheer bij bSI, maar door dit op te nemen in het DSGO hoopt de werkgroep dat het gebruik van deze standaarden toeneemt. IFC4 is bestaat al meer dan 10 jaar, is breed gebruikt in de sector en biedt sterk verbeterde georeferentie mogelijkheden tegenover de voorganger IFC2x3. IDS is een standaard die sterk in ontwikkeling is, waarvan de werkgroep heeft geconcludeerd dat die wel erg nuttig is voor het beschrijven van vereisten aan IFC-modellen. De derde is een begin van de doorontwikkeling van de BIM basis ILS richting machine-readable eisen aan BIM-modellen voor een specifieke context (gebouwen met woonfunctie als gebruiksfunctie).

Wanneer wordt het nu ‘echt’ een specifieke afspraak?

Op 27 oktober wordt een nieuw versie van het afsprakenstelsel DSGO gepubliceerd, inclusief de concept specifieke afspraken rond IFC en IDS. Dit is het moment voor de sector om commentaar te geven op deze concept specifieke afspraken. Zo is het DSGO-programma ingericht: er wordt een voorstel gedaan door een groep, daarna kijkt de hele sector mee of dat voorstel aansluit. Zie het kader bij dit artikel waarin uitgelegd wordt hoe ‘het in algemene zin werkt met specifieke afspraken in het DSGO’.

Hoe gaat het nu verder?

We zijn heel trots op deze resultaten en vooral hoe deze tot stand zijn gekomen, door co-creatie door vertegenwoordigers uit de hele keten: ontwikkelaars, gemeentes en hun IT-leveranciers. Daarmee is het vanaf 27 oktober aan de rest van de sector om met ons mee te kijken, en kijken we uit naar 16 november waar op de werkconferentie de publieke review van het afsprakenstelsel DSGO plaatsvindt. Dus hopelijk zien we jullie daar!

DSGO specifieke afspraken – hoe werkt dat eigenlijk?

Disclaimer: Het afsprakenstelsel is altijd leidend; onderstaande toelichting is geredigeerd voor dit nieuwsartikel. 

Wat is het DSGO? Het DSGO faciliteert een federatief ecosysteem voor data delen met een set afspraken (het afsprakenstelsel) tussen deelnemers aan het DSGO en voorzieningen die ondersteunende functionaliteiten bieden. Daarmee biedt het DSGO het fundament voor harmonisatie en vertrouwen voor data delen in de gebouwde omgeving. Het DSGO bestaat uit generieke afspraken, over het ‘hoe’ van data uitwisseling. Daarnaast bevat het DSGO specifieke afspraken.

Wat zijn generieke afspraken in het DSGO?

Generieke afspraken gelden voor alle DSGO datadeel implementaties, en zijn onafhankelijk van de data die wordt gedeeld. Generieke afspraken gaan bijvoorbeeld over de toegang, ontsluiting en beschikbaarheid van data.

 

Wat zijn specifieke afspraken in het DSGO?

Specifieke afspraken gelden voor DSGO datadeel implementaties, in precies díe context waarvoor de specifieke afspraak is bedoeld.

NB: Het is dus niet mogelijk dat er twee tegenstrijdige specifieke afspraken zijn voor dezelfde context. Specifieke afspraken kunnen bijvoorbeeld gaan over bedrijfsprocessen, de toepassingen, de semantiek en de kwaliteit van data die gedeeld wordt.

 

Hoe verhouden specifieke afspraken zich tot bestaande standaarden?

Voor alle afspraken (generiek en specifiek) geldt dat DSGO het wiel niet opnieuw wil uitvinden. DSGO maakt zoveel mogelijk gebruik van bestaande standaarden.

Als binnen een DSGO-adoptieproject data semantiek van belang is, wordt daarvoor in eerste instantie dus gekeken naar de bruikbaarheid van bestaande standaarden (die elders worden beheerd). Het gebruik van deze standaarden kan (zie volgende vraag) leiden tot een specifieke afspraak in het DSGO, waarmee het dus zal gelden voor alle deelnemers aan het DSGO als over data delen in deze specifieke context betreft. Een voorbeeld hiervan is het voorstel zoals hierboven beschreven, waar uit het adoptieproject komt: deel je 3D BIM-modellen, volg dan deze bestaande standaarden (IFC, IDS) van bSI.

 

Hoe wordt iets een specifieke afspraak?

Uiteindelijk volgen zowel generieke als specifieke afspraken hetzelfde proces, waarin de sector op verschillende manieren betrokken is (publieke review, werkgroepen). Partijen die een sleutelrol in het DSGO vervullen kunnen, op basis van voorbeelden uit de praktijk, een voorstel doen voor specifieke afspraken. Zo’n voorstel kan zowel uit een DSGO-adoptieproject komen, als uit bestaande initiatieven in de sector.

Zijn betrokken partijen van mening dat deze afspraken de hele sector ten goede zouden komen, en dus een sleutelrol in het DSGO vervullen, dan kunnen deze worden ingediend als input voor het afsprakenstelsel (middels een e-mail naar afsprakenstelseldsgo@digigo.nu). Input vanuit de praktijk wordt vervolgens meegenomen in het standaard proces voor komen tot afspraken zoals geschetst in het afsprakenstelsel.

 

Meer nieuws

Nieuws
10 jan 2023

Stappenplan voor VISI implementatie

Nieuws
12 jul 2023

Deze open informatiestandaard kan je juridisch stappen verder brengen!