3.6 Classificatiesystematiek

Classificatie

Het classificeren van objecten heeft verschillende voordelen, zoals eenvoudig en snel kunnen filteren, communiceren en interpreteren. Verder biedt het mogelijkheden om de link te leggen met andere systemen, voor bijvoorbeeld ramingen, FMIS of specificaties.

Coderen

Het correct gebruiken van entiteiten en eventuele types geeft al een grove filter in de IFC. Samen met eventuele eigenschappen als IsExternal en LoadBearing kan er veel informatie uit het model gehaald worden. Baseer hierop de codering. Andersom kan ook: begin met de codering en stem hier vervolgens de eigenschappen op af.

Afhankelijk van het gebruikte softwarepakket moet de classificatie op een bepaalde plek worden ingevuld. Het resultaat is een classificatie die in de IFC is weggeschreven en direct gebruikt kan worden in de IFC-viewer/checker.

Code

  • Kies de meest passende code voor het beoogde object. Gebruik de laatst gepubliceerde versie van de NL-SfB, te vinden op het BIM Loket.
  • Gebruik de Class-codenotatie uit tabel 1, kolom E. Hiervan alleen de 4-cijferige notatie en dus zonder haken.

Voorbeelden

Naam van de classificatie: NL-SfB tabel 1.

NB omdat computers vaak niet overweg kunnen met de schuine streep (/) hanteren we het minteken, dus: NL-SfB (in plaats van NL/SfB).

  • 21.11 buitenwanden; niet constructief, massieve wanden
  • 56.83 verwarming; afgifte, warmte(klimaat)plafonds
  • 68.72 assetmanagementsysteem; meting en sturing, veldapparatuur, componenten, signaleringen

 

Tip: Ga je exporteren? Handig om erop te letten dat ook de omschrijving van de gekozen code mee wordt geëxporteerd!